
De hond (Canis lupus familiaris) is een gedomesticeerde ondersoort van de wolf. De hond is een roofdier uit de familie van de hondachtigen (Canidae). De hond komt op alle continenten voor, meestal in gezelschap van de mens. Al sinds duizenden jaren wordt de hond gebruikt voor bewakingstaken, bij de jacht, als herdershond en als trekdier. Nog steeds heeft hij werk als politiehond of hulphond, maar de meeste honden worden tegenwoordig gehouden als gezelschapsdier.
Inhoud
[verbergen]- 1Afstamming
- 2Anatomie
- 3Voeding
- 4Voortplanting
- 5Gevolgen van inteelt
- 6Ziektes bij de hond
- 7Communicatie van honden
- 8Opvoeding
- 9Reizen binnen de Europese Unie
- 10De hond in de cultuur
- 11De hond als attribuut
- 12Media
- 13Top-tien van hondenrassen in België
- 14Top tien van hondenrassen in Nederland
- 15Afbeeldingen
- 16Zie ook
- 17Externe links
Afstamming
Volgens genetisch onderzoek (1997) zijn er op grond van verschillen in het mitochondriaal DNA vier verschillende groepen hondenrassen te onderscheiden, die mogelijk het resultaat zijn van vier verschillende domesticaties.[1]
Wel is duidelijk dat de hond afstamt van de wolf (Canis lupus) en niet van de coyote, de jakhals of een andere hondachtige: de verschillen van hond en wolf met al deze soorten zijn veel groter dan die tussen hond en wolf onderling. De grijze wolf komt, althans kwam, over een groot verspreidingsgebied voor in Noord-Amerika, Europa en Azië. Het is op grond van de genetische analyse niet duidelijk of de hond nog van een specifieke ondersoort van de wolf afstamt, zoals de Perzische wolf (C. lupus pallipes), omdat die bij de gebruikte methode genetisch niet te onderscheiden was van de andere typen wolven.
Groep één van de vier door Vila onderscheiden categorieën is weer in verschillende takken onder te verdelen, waarvan een zuidoostelijke tak onder andere de Australische dingo bevat, een primitieve hond die ook in het wild leeft en zich van de meeste gedomesticeerde honden onder meer onderscheidt door een jaarlijkse voortplantingscyclus.
Genetisch onderzoek naar verschillen in het mitochondriale DNA van de hond toont een nagenoeg identieke (0,2% verschil) basenvolgorde met die van de grijze wolf, wijzend op een directe afstamming in het (evolutionair gezien) recente verleden. Het verschil tussen wolven en coyotes was met 4% veel groter.[2]
Domesticatie
Het recentste onderzoek toont aan dat de domesticatie van de hond mogelijk al zo'n 14.000[3] à 15.000 jaar geleden had plaatsgevonden in het Verre Oosten.[4][5] Speculatievere vondsten zijn 31.000 tot 36.000 jaar oud.[6] Begin 21ste eeuw is een schedel die in de jaren 1860 gevonden is in de Belgische grotten van Goyet (Gesves) geïdentificeerd als die van een paleolithische hond.[7] Daarmee zou het ca. 31.700 jaar oude fossiel meteen ook het oudste tot nog toe gevonden gedomesticeerde dier zijn: de hond zou eerder gedomesticeerd zijn dan gelijk welk ander dier.[8] Onderzoek uit 2015 verwierp op basis van morfologische argumenten dat de Belgische vondst een hond betreft,[9] maar het oorspronkelijke team publiceerde op zijn beurt een weerlegging.[10]Oudere schattingen gingen uit van een begin van de domesticatie rond 40.000-100.000 jaar geleden.[4]
De vraag is hoe en waarom de wolf tot huishond werd (Canis lupus familiaris). In de late laatste ijstijd veranderden de leefomstandigheden van de mens. De dominante bestaanswijze veranderde van nomade in boer, waardoor mensen lange tijd op dezelfde plaats bleven. De 'wilde honden' begonnen in deze tijd de nabijheid van de mens op te zoeken en van hun afval te leven. Er kan dus sprake zijn van een zekere co-evolutie.[11][12] Andere onderzoekers gaan ervan uit dat de mens een actievere rol speelde in de eerste stappen die tot een domesticatie van de hond leidde.[13] Een gangbare hypothese was dat hierbij geselecteerd werd op basis van coöperatief gedrag, maar onderzoek uit 2014 vond dat net wolven beter zouden samenwerken en dat bij het domesticeren van honden voornamelijk geselecteerd zou zijn op gehoorzaamheid en zin voor hiërarchie.[14]Een andere hypothese is dat de domesticatie van de wolf plaatsvond vóór de opkomst van de landbouw. Hierbij zou de hond gebruikt zijn voor de jacht (sporen volgen, wild opjagen en immobiliseren) en als waakhond.[15]
Rond 8000 voor het begin van onze jaartelling pasten de voorouders van de hond hun voedingspatroon en spijsvertering aan aan het grotere aanbod zetmeel uit de eerste menselijke landbouw. De honden bezitten afhankelijk van het ras 4 tot 30 kopieën van het zetmeelverterende gen voor het enzym amylase. Wolven bezitten slechts twee kopieën voor amylase.[16] Deze door mutatie mogelijk gemaakte domesticatie heeft mogelijk tweemaal plaatsgevonden[17]; rond 35.000 jaar geleden, vóór de laatste grote ijstijd, maar door de ongunstige omstandigheden afgebroken, en 10.000 jaar geleden met meer succes.
Hoewel de geschiedenis van de domesticatie van honden niet geheel duidelijk is, is domesticatie van vossen empirisch onderzocht. De geneticus Dmitry K. Belyaev begon in 1959 met een reeks vossen een domesticatie-experiment. In zijn instituut selecteerde hij vossen voor de volgende generatie enkel op tamheid. Ongeveer 5% van de mannelijke dieren en 20% van de vrouwelijke dieren mochten een volgende generatie stichten. 40 jaar en 45.000 vossen later, na 35 generaties van selectie op tamheid zijn de vossen uit dit experiment gedomesticeerd.[18]
Oudheid
In het oude Egypte tonen wandschilderingen aan, dat de mens destijds reeds veel gebruik maakte van dieren, bijvoorbeeld voor de jacht. Ook diersoorten die we vandaag niet meer als gedomesticeerde dieren kennen, zoals hyena's, werden door de Egyptenaren gehouden.[19] Goden, zoals Anubis, kregen (voor een deel) het uiterlijk van dieren en men was zich bewust van de specifieke eigenschappen van dieren.
Middeleeuwen en Nieuwe Tijd
Rond 1350 werden door Gaston Phoebus in een boek de eerste medische behandelingen van honden beschreven, die bij de jacht werden ingezet.[20] In de Nieuwe Tijd werden honden niet meer enkel gehouden om bij de jacht te helpen, te waken, karren te trekken of lasten te dragen, maar ook als gezelschapshond, zoals talrijke schilderijen uit deze tijd tonen. Behalve op het doel begon men ook op het uiterlijk van de hond te letten. Dit leidde in de Moderne Tijd tot de oprichting van de eerste kennelclubs en rasverenigingen.
Moderne Tijd
Vooral in de laatste 200 jaar heeft gericht fokken een explosieve vermenigvuldiging van rassen en varianten veroorzaakt. De herontdekking van de regels van Mendel, de oprichting van kennelclubs en rasverenigingen en de oprichting van de Fédération Cynologique Internationale (FCI) in 1911 leidden ertoe dat vandaag 331 verschillende hondenrassen door het FCI erkend zijn. De lokale organen zijn in Nederland de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland en in België de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus. In de Verenigde Staten heeft zich een tweede overkoepelend orgaan gevormd, waarvan de rasstandaarden en de indeling en erkenning van rassen verschillen van die van de FCI.
Honden die niet tot een specifiek ras behoren, worden als bastaardhond, straathond of als rasloos bestempeld.
Zie ook: Geschiedenis van de relatie tussen mens en hondAnatomie
Benamingen
- Stop (overgang tussen hersenschedel en snuit)
- Snuit (of voorsnuit)
- Keel
- Schouder
- Elleboog
- Pols
- Kroep (of kruis)
- Dij
- Spronggewricht (of hak)
- Middenvoet
- Schoft (het hoogste punt van de schouder)
- Kniegewricht
- Voeten (of poten)
- Staart
Tandformule
Het definitieve gebit van honden bestaat uit 42 tanden. In elke kaakhelft telt het 3 snijtanden (Incisivi, I), één hoektand (Caninus, C) en 4 premolaren ofwel knipkiezen (Premolaren, P). In de bovenkaak zijn er bovendien twee, in de onderkaak 3 molaren of knobbelkiezen (Molaren, M).[21] De grote P4 in de bovenkaak en de M1 in de onderkaak worden de scheurkiezen genoemd.
Grafisch uitgedrukt is de tandformule van volwassen honden:
Het melkgebit van honden bevat 28 tanden. De P1 en de molaren hebben geen melktandvoorganger. De melktanden worden in tandformules meestal met een kleine letter aangeduid, de tandformule is als volgt:
De tandwisseling vindt vanaf de vierde maand plaats. Tijdens de tandwisseling kan bij de pup, net als bij kinderen, tandpijn ontstaan. Pups zullen in deze periode daarom vaak op allerlei dingen knagen.
Oren
Het gehoor is bij de hond sterk ontwikkeld. Hij kan hogere frequenties waarnemen dan de mens. Het bereik ligt bij een optimaal gehoor:
- Mens ~ 20 - 20.000 Hz, maximale gevoeligheid tussen 1000 en 4000 Hz.
- Hond ~ 15 - 50.000 Hz (sommige bronnen spreken zelfs van 100.000 Hz), maximale gevoeligheid rond 8000 Hz. Honden zijn verder in staat over een afstand van 25 meter frequenties rond de 1 à 2 Hz te horen.
De beweeglijke oorschelpen van de hond maken het hem mogelijk om een geluid driedimensionaal te lokaliseren; hij kan dat daarom veel beter dan de mens. Een hond kan de richting waaruit een geluid komt met een afwijking van 2% bepalen (bij de mens meer dan 15%). Bij de beweging van de hondenoren zijn niet minder dan 17 spieren betrokken.
Honden met hangoren hebben een iets zwakker vermogen om geluid te lokaliseren. De oren hebben echter naast hun fysieke functie ook een belangrijke taak bij de communicatie met andere honden, en met de mens. Ook op dit punt zijn honden met hangoren dus enigszins in het nadeel.
Ogen
Vroeger werd aangenomen dat honden enkel grijstinten of 'zwart-wit' konden zien. Uit nader onderzoek is echter gebleken dat honden wel degelijk kleuren kunnen zien, maar wel anders dan de mens.
Het oog van de hond bevat, zoals bij alle zoogdieren twee typen receptoren. De staafjes zijn voor de waarneming van grijstinten verantwoordelijk, de kegeltjes voor het zien van kleuren. In het oog zijn meer staafjes dan kegeltjes, en staafjes hebben minder licht nodig om een signaal aan de hersenen te geven.[22] De kegeltjes zorgen voor het kleurenzien, indien er genoeg licht aanwezig is.
In het oog van honden is, zoals bij de meeste zoogdieren, een speciale anatomische structuur, (Tapetum lucidum), aanwezig, die invallend licht terugkaatst en zo het bestaande licht versterkt.[23] Dit verklaart, waarom honden in de schemering veel beter kunnen zien dan mensen, bij wie deze structuur afwezig is.
Het oog van de hond heeft twee verschillende types kegeltjes, die op groen of op blauw licht reageren, dit in tegenstelling tot de mens, die over drie verschillende types beschikt, die op rood, groen en blauw licht reageren. Een hond ziet geen rood en ervaart rode dingen als (donker)groen. Een rode bal in het gras is voor een hond dus lastig te zien.
Een ander verschil is dat het hondenoog in het bereik rond 430 nanometer (zie tekening) de grootste gevoeligheid vertoont. Bij de mens is dit rond 530 nanometer. De scherpte van het beeld is waarschijnlijk kleiner dan bij de mens en meer op beweging gericht. Stilstaande dingen worden door de hersenen onderdrukt en zijn door de hond minder goed waar te nemen.[24]
Het gezichtsveld van de hond is met circa 240 graden duidelijk groter dan dat van de mens, mede door de zijdelingse inplanting van de ogen op de schedel. Het bereik waarin een hond driedimensionaal kan zien is met 120 graden ongeveer even groot als dat van de mens.
Neus
De reukzin van honden is veel beter ontwikkeld dan bij de mens. In de eerste plaats komt dit door het grotere aantal reukcellen. Globaal geldt dat hoe langer de snuit is, des te beter het reukvermogen. Tussen de verschillende hondenrassen bestaan dan ook aanzienlijke verschillen op dit punt. De mens heeft ongeveer 10 cm² reukepitheel, de hond daarentegen gemiddeld 100 cm², maar dat varieert tussen 30 cm² bij een Franse buldog en 169 cm² bij een Duitse herder.[25] Beroemd is de bloedhond om zijn vermogen om sporen te volgen.
De kwaliteit van de reukzin wordt echter ook door andere factoren bepaald, want metingen hebben aangetoond dat het reukvermogen van een hond rond één miljoen keer zo sterk is als dat van de mens. Daarbij speelt dat honden met korte inspiraties rond 300 keer per minuut kunnen ademen, zodat er steeds nieuwe aanvoer van verse lucht is met een grotere turbulentie, waardoor geurstoffen gemakkelijker met het reukepitheel in contact kunnen komen.
In de hersenen worden de binnenkomende signalen verwerkt. Het is aangetoond, dat honden 'stereo' kunnen ruiken. De hond neemt dus waar of een geur van rechts of van links komt. Op deze manier kan hij de richting van een geurspoor beoordelen. Belangrijk bij de richtingsgevoeligheid is de natte neus met daarin koudereceptoren die de afkoeling signaleren van het gedeelte waar de lucht langs stroomt, waar een luchtstroom en dus een geur vandaan komt. De reukhersenen[26] zijn in vergelijking met de mens ook veel groter.[27][28] Bij de hond nemen ze tien procent van de hersenen in beslag tegen één procent bij de mens. Honden kunnen bepaalde geuren ook via het Orgaan van Jacobson waarnemen.
Brachycefale honden kunnen onder meer door de anatomische bouw van hun schedel en ademhalingswegen moeilijkheden bij de ademhaling hebben.
Voeding
De huidige gezelschapshond is van nature een vleeseter, met een spijsverteringsstelsel dat bijna identiek is aan dat van wilde honden en wolven. De meeste honden eten echter geregeld ook wel plantaardig voedsel.
Zoals in de humane gemeenschap vormt obesitas in de hondenpopulaties een ernstig gezondheidsprobleem. Dit is deels te verklaren door een te hoge energieopname en deels door een afname van activiteit.[29]
De meeste commercieel beschikbare voeders zijn optimaal afgestemd op de voedingsbehoefte van honden.[30] Aanvullingen zijn dan ook niet nodig en hebben vaak een negatief effect. Zo kan de toevoeging van calcium tot blaasstenen en botafwijkingen leiden.[31][32] Hoewel de meeste honden commerciële voeders zoals kant-en-klare brokken of blikvoer krijgen, zijn er steeds meer mensen die overgaan op "rauw voer" of "BARF". De basis bestaat uit rauw vlees en botten.
Er zitten wel grote verschillen in kwaliteit tussen de verschillende merken hondenvoer; zeker de goedkopere supermarktmerken bevatten vaak relatief veel smaak- en geurstoffen en granen; terwijl de echte premiummerken, zoals Orijen, Arden Grange, Yarrah (EKO-certificatie) en Hill's, duurder zijn, maar gezonder voor de hond.
De voedingsbehoefte van honden varieert niet enkel met de activiteit, maar ook met het ras, de leeftijd en de omgevingstemperatuur. Men kan stellen, dat de behoefte voor onderhoud van een dier bij normale activiteit rond de 500 kJ per kilogram metabool gewicht per dag ligt. Dit kan oplopen tot 4200 kJ per kilogram metabool gewicht per dag bij zeer actieve dieren, zoals sleehonden.[33]
Voor het gebruik van de hond zelf als voedsel, zie het artikel 'hondenvlees'Voortplanting
Puberteit
De puberteit van reuen begint gemiddeld op een leeftijd van 6 maanden en is meestal op een leeftijd van 12 maanden afgesloten. Een teef zal haar eerste loopsheid op een leeftijd van 6 tot 9 maanden vertonen. Dit is echter aan een sterkere variatie onderworpen en kan bij grote rassen duren tot een leeftijd van zelfs 2 jaar.[34]
Cyclus
Teven zijn in het wild mono-oestrische dieren: zij worden maar één keer per jaar loops. Bij sommige van de gedomesticeerde rassen is dit behouden gebleven. Vooral rassen zoals de saarlooswolfhond, waar recentelijk wolvenbloed is ingefokt, vertonen deze eigenschap. De resterende gedomesticeerde honden zijn 2 - 3 keer per jaar loops. Tussen de verschillende loopsheden liggen gemiddeld 7 maanden, maar het tijdsinterval is per hond aan grote variaties onderworpen.
De loopsheid wordt in twee fasen opgedeeld, die elkaar opvolgen. In de eerste fase (pro-oestrus) zal de vulva van de teef opzwellen en zal de teef een bloederige uitvloei vertonen. De afgegeven feromonen trekken reuen aan, maar de teef laat zich in dit stadium nog niet dekken. Deze fase duurt gemiddeld negen dagen tot maximaal 17 dagen. In een tweede fase neemt de zwelling van de vulva iets af en wordt de uitvloei minder. De kleur verandert van rood naar geelbruinachtig. De teef trekt nu naast reuen ook andere teven aan. De teef accepteert nu de reu en een dekking kan plaatsvinden. Ook deze fase duurt gemiddeld 9 dagen (varieert tot 21 dagen). Tijdens de tweede fase (oestrus) zal de eisprong plaatshebben.
Als bevruchting heeft plaatsgevonden, wordt deze gevolgd door een dracht, zie Dracht en geboorte. De dracht duurt ongeveer 64 dagen.
Als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden, wordt de loopsheid van de teef gevolgd door een derde fase, de metoestrus. Daarna komt een fase van seksuele inactiviteit, de anoestrus, die sterk uiteen kan lopen, maar gemiddeld 4 maanden duurt. De anoestrus wordt opnieuw gevolgd door een loopsheid.[35]
Dekking
Waar mogelijk is het aan te raden een teef niet direct tijdens de eerste loopsheid te laten dekken, maar daarmee te wachten tot een leeftijd van 2 jaar, ongeveer de derde loopsheid.
Na enkele stotende bewegingen treedt er bij de reu een zwelling op van de bulbus glandis, een zwellichaam rond de penis. Hierdoor blijft de reu in de vagina van de teef hangen. Contracties van de vagina lokken bij de reu dan een ejaculatie uit. De ejaculatie treedt in meerdere fracties op en duurt lang. Gemiddeld lost een reu bij een ejaculatie 5 tot 10 ml sperma (variaties van 2-25 ml). In het ejaculaat zijn 200 tot 300 miljoen zaadcellen per mm3 aanwezig. Na enkele minuten komt de reu (na het afzwellen van het zwellichaam) vanzelf los. Losrukken van reu en teef door de mens is voor beide honden gevaarlijk en pijnlijk.[35] Bovendien kunnen honden agressief reageren op de menselijke interventie.
Sommige hondenrassen hebben door bepaalde kenmerken moeilijkheden met paren. Mannelijke Franse bulldogs kunnen bijvoorbeeld niet een teef beklimmen, zodat dan moet worden gefokt door middel van kunstmatige inseminatie. Ook kunnen door de grootteverschillen bepaalde rassen niet onderling paren (bijvoorbeeld een jack russell en een sint-bernard).
Dracht en geboorte
Na een gelukte dekking zal de teef drachtig worden. Gemiddeld duurt een dracht bij honden ongeveer 64 dagen, maar bij een bouvier kan dit wel 85 dagen zijn. Wanneer de teef een groot nest draagt, kan de geboorte enkele dagen eerder plaatsvinden, maar bij een kleine worp kan de geboorte enkele dagen langer op zich laten wachten. De puppy's zijn de eerste tien dagen nog blind. De teef zal haar puppy's ongeveer drie weken lang zogen. Daarna kunnen de puppy's overgaan op puppyvoeding, en na vijf tot zeven weken zijn ze volledig gespeend.[34]
Levensverwachting
Een hond kan met goede verzorging 15 jaar oud worden. Rashonden worden vaak gemiddeld iets minder oud dan bastaards. Ook zeer grote rassen leven gemiddeld wat korter.
Gevolgen van inteelt
De verschillende rassen van honden zijn in het verleden door strenge selectie ontstaan. Fenotypische kenmerken, zoals vachtkleur, zijn bij honden vaak op recessieve genen gecodeerd. Om een stabiele vachtkleur van een ras te verkrijgen, was het dus nodig nauw verwante honden met elkaar te kruisen. Dit heeft de kans op genetisch overgedragen ziektes verhoogd; honden die hieraan lijden moeten uit de fokkerij geweerd worden, maar dit gebeurde niet altijd, zodat hun genetische schade zich kon verspreiden.
Tegenwoordig tracht men genetische ziekten te beperken door gericht te fokken en door aangetaste dieren uit de fokkerij te weren, maar bij sommige ziekten is dat moeilijk. Voor bepaalde rassen is het verplicht fokdieren op genetische ziekten te laten testen. Een voorbeeld hiervan is heupdysplasie. Ook stamboomonderzoek en berekening van inteeltfactoren worden tegenwoordig gebruikt om het risico op overdracht van genetische ziekten zo laag mogelijk te houden.
Ziektes bij de hond
Behalve genetische aandoeningen komen er verschillende verworven ziektes en aandoeningen voor bij honden. Onder de parasieten zijn vlooien, teken en wormen bekend, en veroorzaken mijten schurft en puppyschurft. Ook kunnen parasieten diverse soorten gevaarlijke virussen, bacteriën en protozoa overdragen op honden. Bacteriën kunnen ontsteking van de baarmoeder veroorzaken en wild spelen na het eten wordt gezien als oorzaak voor maagtorsie.
Communicatie van honden
Lichaamstaal
Honden hebben een eigen lichaamstaal en gebruiken deze zowel voor communicatie met andere honden als voor die met de mens. Bij een confrontatie met andere dieren kan de hond op verschillende manieren reageren, zoals nieuwsgierigheid, angst of agressie.
Communicatie met de mens
De communicatie met honden is vrij universeel. Iedereen heeft zo zijn eigen manier van communiceren met honden, maar zo ook honden met mensen.
TaalgebruikDe mens past meestal zijn of haar taalgebruik aan, als hij of zij met een hond praat. Dit kan in geringe mate zijn of juist een algehele aanpassing aan de grammatica en uitspraak. De meeste mensen communiceren met een hond in hun eigen taal, uit onderzoek is ook gebleken dat taal geen invloed heeft op een hond. Honden luisteren slechts naar tonen zoals aa, ee, oe, oo, ie enzovoorts, als men "zit, af, poot" zegt hoort de hond hoogstwaarschijnlijk "ì, à, oo". Wanneer een taal afwijkt van de taal waarin de hond commando's heeft geleerd, kan hierdoor verwarring ontstaan. Dit komt echter niet vaak voor, aangezien de meeste mensen ook lichaamstaal gebruiken. Een groot verschil met wolven is dat honden erg gericht zijn op de lichaamstaal van mensen. Ze zullen die, mits consequent toegepast, doorgaans snel doorhebben. Dat begint al als pup. Honden zijn, zo blijkt uit onderzoek[36], beter ingesteld op communicatie met de mens dan bijvoorbeeld de chimpansee, hoewel die laatste genetisch dichter bij de mens staat. Hierdoor kan een mens, mits deze een juiste en consequente aanpak verkiest, doorgaans moeiteloos met zijn of haar hond communiceren. Zo begrijpen honden het als een voorwerp stilzwijgend door een mens wordt aangewezen. Ook zijn ze in staat om de hulp van mensen in te roepen met een kenmerkende vragende blik, soms gepaard met een typische blaf. Bijvoorbeeld als ze ergens niet bij kunnen. Dit gedrag is wolven, ook als ze tam zijn, volkomen vreemd. Het taalniveau dat gebruikt wordt om met honden te communiceren, is vaak gelijk aan het niveau van kinderen of zuigelingen.
Mensen ontwikkelen vaak hun eigen trucjes om ervoor te zorgen dat honden beter luisteren, gebaseerd op een geconditioneerde reflex.
Blaffen en grommenHonden communiceren met mensen via blaffen en grommen. Grommen komt in het wild ook voor bij wilde dieren, vooral bij andere hondachtigen, zoals wolven en vossen. Dit systeem is bedoeld om zichzelf te beschermen tegen (mogelijke) gevaren en situaties die dreigend overkomen. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat honden het systeem van blaffen waarschijnlijk hebben ontwikkeld om zo met de mens te kunnen communiceren. De wolf, waarvan de hond afstamt, blaft niet. Wolven huilen en grommen alleen. Uit dit onderzoek is ook gebleken dat mensen dit systeem meestal ook begrijpen.
Er zijn verschillende blaffen voor iedere soort situatie. Zo heeft de hond een blaf voor als zijn of haar baas weer thuis komt; vrolijk dus. Een blaf voor als de hond aan het spelen is, als er iemand inbreekt of als hij iemand echt aanvalt.
Opvoeding
Omdat er zoveel verschillende hondenrassen bestaan, is er geen echte algemene opvoeding voor iedere hond. Wel zijn er algemene regels die altijd in acht moeten worden genomen.
- Het is sterk aan te raden om met de puppy vanaf de leeftijd van 8 weken naar een hondenschool te gaan. Ook als er een oudere hond in huis genomen wordt die nog veel bij te leren heeft, kan de hondenschool de opvoeding sterk verbeteren.
- Bij de kennismaking met andere huisdieren mag er niets geforceerd worden. Breng de nieuwe huisgenoot bij de andere, geef hun even de tijd om elkaar te besnuffelen, maar grijp pas in zodra duidelijk wordt dat het niet klikt. Men kan dan eventueel de dieren een tijdje apart zetten en het daarna opnieuw proberen.
- Wanneer men een hond op straat wil aaien, vraag dan eerst toestemming aan de baas. Ga dan niet met de vlakke hand rechtstreeks naar het hoofd. Kom van onder de kin van de hond met de rug van de hand naar boven gericht, laat de hond even aan de hand ruiken en aai dan pas de hond. Wanneer men direct met de hand over de ogen van de hond zwaait, is er kans dat de hond zich bedreigd voelt, met mogelijke gevolgen van dien.
- Zorg ervoor dat de hond de basisbevelen kent: zit, af, hier en blijf. Zo wordt bereikt dat de hond in alle mogelijke situaties geen bedreiging vormt voor wie dan ook, en dat er zich ook voor hem geen bedreiging kan voordoen.
Reizen binnen de Europese Unie
Op 1 oktober 2004 is een Europese verordening[37] van kracht geworden, die het niet-commercieel vervoer van dieren binnen de EU regelt, waaronder het reizen met honden, katten en fretten. Elke hond dient te beschikken over een paspoort dat in de lidstaten uniform werd ingevoerd. In dit paspoort wordt de hond geïdentificeerd door middel van een microchip of een tatoeage. Tatoeages zijn na 2 juli 2011 niet meer geldig als identificatiemiddel. In het paspoort worden vaccinaties tegen hondsdolheid vermeld, die verplicht zijn om het dier te vervoeren. Voor reizen naar Zweden, Finland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Malta gelden speciale regels.
De hond in de cultuur
In de westerse samenleving is de hond in de beeldende kunst vooral een symbool van trouw en opoffering, maar ook negatieve betekenissen komen nog voor. Iemand uitschelden voor hond kan als zeer beledigend worden ervaren, en andere voorbeelden zijn zegswijzen als luie hond, schurftige hond en vuile hond. Voorts kan men iemand 'honds' behandelen. Ook het woord teef (vrouwelijke hond) wordt gebruikt als scheldwoord (Engels: bitch, zij het met enig verschil in betekenis in beide talen). De hond wordt soms als agressief en bloeddorstig gezien. Volgens sommige moslims is de hond onrein (haram), hoewel het in bijvoorbeeld Turkije niet ongewoon is om een hond als huisdier te hebben. De religieuze spijswetten verbieden joden honden te eten (niet koosjer).
De hond als attribuut
Een hond, brood en een wonde op het been zijn de attributen van de H. Rochus; een hond met een toorts in de bek, een ster en een lelie die van de H. Dominicus, stichter van de orde der Dominicanen, 1221.
Media
Omdat honden het gemoed aanspreken, komen ze veelvuldig voor in diverse media. Hieronder zijn enkele, om uiteenlopende redenen, bekende honden opgesomd.
Bekende honden
- Albert, Ab of Appie - een Tervuerense herder die tussen 1916 en 1923 politiehond was in Amsterdam;
- Apollo – de ene dobermann uit de serie Magnum, P.I.;
- Barney – de hond van de voormalige Amerikaanse president George W. Bush;
- Barry – een sint-bernard die als bergreddingshond meer dan veertig mensen redde; in Parijs staat een monument voor hem;
- Beethoven – eveneens een sint-bernard, uit de gelijknamige filmreeks;
- Boris – hond die voorzitter was van een politieke partij en directeur van een theatergezelschap;
- Buck – een briard die optrad in film en toneel, vooral bekend van Married... with Children;
- Benji – echte naam Higgins, hoofdrolspeler uit de gelijknamige film;
- Blondi – Adolf Hitlers Duitse herder;
- Clipper – de Duitse herder van John F. Kennedy;
- Diamond – de favoriete hond van Isaac Newton, vernietigde bij een ongeluk twintig jaar werk;
- Daddy – de hond van Cesar Millan van het programma The Dog Whisperer;
- Dżok – de hond die een jaar lang op straat in Krakau op zijn overleden baasje bleef wachten, aldaar is een standbeeld van hem geplaatst;
- Flossie (Pepijn) - de teckel van Lydie van der Ploeg in de televisieserie Zeg 'ns Aaa (1981) (1987-1992);
- Greyfriars Bobby – de trouwe hond Bobby die veertien jaar het graf van zijn baas bleef bezoeken;
- Guinefort van Bourgondië – de dertiende-eeuwse windhond uit Bourgondië, die als heilige werd vereerd;
- Hachiko - een Akita die in Japan grote bekendheid verwierf door het feit dat hij na de dood van zijn baasje 9 jaar lang wachtte op diens terugkeer;
- Laika – het Russische hondje dat de Spoetnik 2 bemande en zo de eerste ruimtehond was, en tevens de eerste hond die in de ruimte omkwam. Tot op heden is dit teefje veruit het bekendste ruimtedier;
- Lara – uit Bassie en Adriaan;
- Lassie – een Schotse herdershond of collie, uit de gelijknamige televisieserie;
- Loulou – de Welshe terriër die in de sitcom Familie Backeljau de rollen van de reu Blacky en zijn vriendin Queeny vertolkte;
- Moose – een jackrussellterriër uit de televisieserie Frasier;
- Nipper - de hond uit het beeldmerk van His Master's Voice;
- Hond van Pavlov – meerdere honden die in de experimenten van Ivan Pavlov begonnen te kwijlen bij het horen van een bel en zo de grondslag legden voor de klassieke conditionering;
- Pickles – de hond die kort voor het WK van 1966 de gestolen wereldbeker weer terugvond;
- Pompey – de mopshond die het leven van Willem van Oranje gered zou hebben door zijn slapende baas in het gezicht te springen toen overvallers naderbij slopen;
- Rex – de Duitse herder uit de serie Commissaris Rex;
- Ricky – een Nederlandse hond die in de Tweede Wereldoorlog mijnen opspoorde en is onderscheiden met de Dickin Medal;
- Rin Tin Tin – naam voor verschillende Duitse herders in films;
- Tinkerbell – de hond van Paris Hilton, genoemd naar het elfje uit de Peter Pan-verhalen (Tinkelbel);
- Whisky Flodder - de bouvier van de familie Flodder;
- Zeus – de andere dobermann uit de serie Magnum, P.I..
Fictieve honden
- Bobbie – het hondje van Kuifje;
- Bobo – hond van de sergeant van Flippie Flink uit de gelijknamige Nederlandse stripreeks;
- Brian Griffin – pratende hond uit de serie Family Guy;
- Cujo – hond uit een boek van Stephen King en de gelijknamige film;
- Doodles – de hond bij de Tweenies;
- Dukey – de genetisch gemanipuleerde pratende hond van Johnny Test;
- Idéfix – het hondje van Obelix uit de stripreeks Asterix;
- Kerberos of Cerberus – de hellehond uit de Griekse mythologie;
- Krypto – Supermans hond;
- Lotje – uit de strip Jan, Jans en de kinderen;
- Lucky – uit 101 Dalmatiërs;
- Marmaduke – de hond uit de gelijknamige cartoonreeks;
- Milo – uit de film The Mask;
- Nabuko Donosor – hond van Urbanus in de stripserie De avonturen van Urbanus;
- Odie – uit de Garfield–strips en -films;
- Old Yeller – uit het boek van Fred Gipson;
- Pekkie – de zwarte Franse poedel van Filiberke uit de stripreeks Jommeke;
- Pluto – uit de strips en cartoonreeksen van Walt Disney;
- Rataplan – uit de stripreeks Lucky Luke;
- Samson – uit de Vlaamse kindertelevisieserie Samson en Gert;
- Scooby-Doo – de Duitse dog uit de cartoonreeks en de gelijknamige films;
- Snoopy – van de strip Peanuts;
- Takkie – de hond van Jip en Janneke;
- Tekko Taks – hond uit de gelijknamige Nederlandse stripreeks;
- Toto – uit De tovenaar van Oz;
- Tobias – uit de serie Suske en Wiske.
Top-tien van hondenrassen in België
(gerangschikt volgens het aantal geboorten in 2005)[38]
- Duitse herder: 1.878
- Mechelse herder: 1.682
- Golden retriever: 898
- Vlaamse koehond: 881
- Chihuahua: 853
- Labrador retriever: 841
- Berner sennenhond: 822
- Bordercollie: 773
- Rottweiler: 690
- Duitse dog: 670
Top tien van hondenrassen in Nederland
(gerangschikt volgens het aantal stamboek ingeschreven honden in 2007)[39]
- Labrador retriever: 4.053
- Duitse herder: 3.653
- Golden retriever: 2.227
- Berner sennenhond: 1.698
- Staffordshire-bulterriër: 1.344
- Boxer: 1.280
- Cavalier King Charles-spaniël: 1.221
- Engelse bulldog: 1.176
- Teckel (ruwhaar): 935
- Engelse cockerspaniël: 921
Afbeeldingen
-
Vizslahond
-
Australische kelpie
-
Brave hond
-
Engelse cocker spaniël
-
Engelse buldog
-
Jonge hond
-
Sharpei
-
Zwitserse witte herder
-
Ruwharige jackrussellterriër
Zie ook
- Geschiedenis van de relatie tussen mens en hond
- Gezelschapshond
- Hond in de Chinese astrologie
- Kynologie
- Kynofobie
- Lijst van hondenrassen
- Hondenhok
Externe links
Media op Wikimedia Commons
Classificatie op Wikispecies
Huisdierengids op Wikibooks
- Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
- Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus België
- Opsomming resultaat genetisch onderzoek in Engels
- De honden en katten van de Belgen (Artikel van het Nationaal Instituut voor de Statistiek) (gearchiveerde versie)
Referenties
- G.M. Acland - E.A. Ostrander, Population Genetics: The dog that came in from the cold, in Heredity 90 (2002), pp. 201–202.
- E.A. Ostrander - R.K. Wayne, The canine genome, in Genome Research 15 (2005), pp. 1706-1716.
- C. Vilà - P. Savolainen - J.E. Maldonado - e.a., Multiple and ancient origins of the domestic dog, in Science 276 (1997), pp. 1687-1689.
- C. Vilà - I.R. Amorim - J.A. Leonard - e.a., Mitochondrial DNA phylogeography and population history of the grey wolf Canis lupus, in Molecular Ecology 8 (1999), pp. 2089-2103.
- Omhoog↑ C. Vilà - P. Savolainen - J.E. Maldonado - e.a., Multiple and ancient origins of the domestic dog, in Science 276 (1997), pp. 1687-1689.
- Omhoog↑ C. Vilà - P. Savolainen - J.E. Maldonado - e.a., Multiple and ancient origins of the domestic dog, in Science 276 (1997), pp. 1687-1689, C. Vilà - I.R. Amorim - J.A. Leonard - e.a., Mitochondrial DNA phylogeography and population history of the grey wolf Canis lupus, in Molecular Ecology 8 (1999), pp. 2089-2103.
- Omhoog↑ Balter, M., 2010. Burying Man's Best Friend, With Honor. Science 329(5998): 1464-1465. DOI:10.1126/science.329.5998.1464-b
- ↑ Omhoog naar:a b Acland, G.M. & Ostrander, E.A., 2002. Population Genetics: The dog that came in from the cold. Heredity 90: 201–202. DOI:10.1038/sj.hdy.6800224
- Omhoog↑ Ostrander, E.A. & Wayne, R.K., 2005. The canine genome. Genome Research 15: 1706-1716. DOI:10.1101/gr.3736605
- Omhoog↑ Druzhkova, A.S., Thalmann, O., Trifonov, V.A., Leonard, J.A. & Vorobieva, N.V., 2013. Ancient DNA Analysis Affirms the Canid from Altai as a Primitive Dog. PLoS ONE 8(3): e57754. DOI:10.1371/journal.pone.0057754
- Omhoog↑ Germonpré, M., 2009. Fossil dogs and wolves from Palaeolithic sites in Belgium, the Ukraine and Russia: osteometry, ancient DNA and stable isotopes. Journal of Archaeological Science 36(2): 473-490. DOI:10.1016/j.jas.2008.09.033
- Omhoog↑ Thalmann, O., 2013. Complete Mitochondrial Genomes of Ancient Canids Suggest a European Origin of Domestic Dogs. Science 345(6160): 871-874. DOI:10.1126/science.1243650
- Omhoog↑ Abby Grace Drake, A.G., Coquerelle, M. & Colombeau, G., 2015. 3D morphometric analysis of fossil canid skulls contradicts the suggested domestication of dogs during the late Paleolithic. Scientific Reports 5(8299). DOI:10.1038/srep08299
- Omhoog↑ Germonpré, M. & Sablin, M., 2015. Palaeolithic dogs and Pleistocene wolves revisited: a reply to Morey (2014). Journal of Archaeological Science (54). DOI:10.1016/j.jas.2014.11.035
- Omhoog↑ Wolfgang M. Schleidt/Michael D. Shalter, Co-evolution of Humans and Canids; An Alternative View of Dog Domestication: Homo Homini Lupus? in Evolution and Cognition, Vol. 9, No. 1, p.57 ff, 2003
- Omhoog↑ Carl Zimmer, From Fearsome Predator to Man’s Best Friend, New York Times, Science, 16 mei 2013
- Omhoog↑ Scott F. Gilbert, DevBio, A Companion to Developmental Biology, 7de editie, Sinauer Associates, Chapter 23 Evolution and Domestication: Selection on Developmental Genes? Onlineversie
- Omhoog↑ Wolves cooperate but dogs submit, study suggests, Sciencemag.org, 19 augustus 2014
- Omhoog↑ Scientific American, july 2015, The Path from Wolf to Dog
- Omhoog↑ Erik Axelsson e.a. in Nature, 23 januari 2013
- Omhoog↑ Schedelvondst in het Altajgebergte 2011
- Omhoog↑ Lyudmila N. Trut, Early Canid Domestication: The Farm-Fox Experiment Online-versie
- Omhoog↑ F. E. Zeuner, A History of Domesticated Animals (Harper & Row, New York. 1963); H. Epstein, The Origin of the Domestic Animals of Africa (Africana Publishing, New York, 1971); I. L. Brisbin Jr., Am. 0 Kennel Gaz. January 1976, p. 23.
- Omhoog↑ Boor-van der Putten I., The canine veterinary medicine in the Middle Ages according to Le Livre de Chasse by Gaston Phoebus. Pubmed
- Omhoog↑ R. Nickel, A. Schummer, E. Seiferle: Lehrbuch der Anatomie der Haustiere, Band 1, 6. Auflage, Paul Parey Verlag, ISBN 3-489-58016-8, Afbeelding 239 en Afbeelding 245
- Omhoog↑ Dellmann e.a., Cytology and Microscopic Anatomy, Williams & Wilkins, ISBN 0-683-01467-6, p. 354
- Omhoog↑ Lehrbuch der Anatomie der Haustiere, Band IV, 3. Auflage, Verlag Paul Parey, ISBN 3-489-58216-0, p. 413 ff.
- Omhoog↑ Neitz J, Geist T, Jacobs GH., Department of Psychology, University of California Santa Barbara 93106: Visual neuroscience, Color vision in the dog. 1989
- Omhoog↑ Laurie Iseel-Tarver, Jasper Rine: The Evolution of Mammalian Ofactory Receptor Genes, Genetics Society of America, p. 184 ff, 1996. Online versie
- Omhoog↑ Lehrbuch der Anatomie der Haustiere, Band IV, 3. Auflage, Verlag Paul Parey, ISBN 3-489-58216-0, p. 134 ff.
- Omhoog↑ Patrick McCaffrey, Ph.D. The limbic system
- Omhoog↑ Gray, Henry Gray's Anatomy
- Omhoog↑ Richard F. Butterwick and Amanda J. Hawthorne, Advances in Dietary Management of Obesity in Dogs and Cats, The Journal of Nutrition Vol. 128 No. 12 December 1998, pp. 2771S-2775S
- Omhoog↑ Erin L. Streiff, Bettina Zwischenberger, e.a.: A Comparison of the Nutritional Adequacy of Home-Prepared and Commercial Diets for Dogs, 2002 The American Society for Nutritional Sciences J. Nutr. 132:1698S-1700S, June 2002
- Omhoog↑ Lulich JP, Osborne CA, Thumchai R e.a., Epidemiology of canine calcium oxalate uroliths. Identifying risk factors, Minnesota Urolith Center, College of Veterinary Medicine, University of Minnesota, St. Paul, USA
- Omhoog↑ Richardson DC., The role of nutrition in canine hip dysplasia, The Veterinary Clinics of North America. Small Animal Practice, 1992 May;22(3):529-40.
- Omhoog↑ Richard C. Hill,Department of Small Animal Clinical Sciences, College of Veterinary Medicine, University of Florida, Gainesville, FL 32610, The Nutritional Requirements of Exercising Dogs in The Journal of Nutrition Vol. 128 No. 12 December 1998, pp. 2686S-2690S
- ↑ Omhoog naar:a b Ivis online boeken, Recent Advances in Small Animal Reproduction Concannon P.W., England G., Verstegen III J. and Linde-Forsberg C. (Eds.)
- ↑ Omhoog naar:a b Ivis online boeken, Recent Advances in Small Animal ReproductionConcannon P.W., England G., Verstegen III J. and Linde-Forsberg C. (Eds.)
- Omhoog↑ Kaminsky J., Dogs Decoded. Documentaire
- Omhoog↑ (998/2003/EG en 592/2004/EG)
- Omhoog↑ Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus; enkel rashonden zijn opgenomen, straathonden dus niet; gerangschikt volgens het aantal geboorten in 2005
- Omhoog↑ Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland; uitsluitend rashonden met FCI stamboom ingeschreven in het NHSB zijn opgenomen, niet-rashonden (bastaarden) dus niet; gerangschikt volgens het aantal ingeschreven honden in het NHSB in 2007
Maak jouw eigen website met JouwWeb